DAAU – Die Anarchistische Abendunterhaltung (Jack & Johnny 1995)

Buni Lenski (violin) – Roel Van Camp (accordeon)
Simon Lenski (cello) – Han Stubbe (clarinet)

magisches theater
eintritt nicht für jedermann
nur für verrückte
eintritt kostet den verstand.

1. Drieslagstelsel V 8.18
2. Drieslagstelsel II 8.59
3. Drieslagstelsel III 5.30
4. Drieslagstelsel VI 2.42
5. Drieslagstelsel I 9.15
6. Doorloop (+ traditional) 11.06

The first album. Recorded live, with very few overdubs or other electronic wizardry, at the ‘instituut voor dans en danspedagogie’ (HIDD). Essential to anyone interested in DAAU’s unique mixture of styles.

Drieslagstelsels are complex, dynamic compositions created out of improvisation. “Drieslagstelsel 2” became one of the band’s signature tunes and a highlight of countless gigs, combined in one miniature symphony with “Suds & Soda”.

drie’slag-stelsel: o., driejaarlijkse wisseling van bezaaiing bij graanbouw; stelsel waarbij telkens afwisselend 1/3 van het bouwland met winter-, 1/3 met zomergraan bezaaid wordt en 1/3 braak ligt. (“grain rotation” principle)

There are two (musically identical) prints of this album. The cover of the original release (on Jack & Johnny Recordings) is fairly simple on the front, and has nude pictures of the band members inside. The cover of the 1996 reissue on Sony Classical (called “Touralbum 1996”) confronts you with an appetizing view of a loaf of raw meat.

ZOMER 1995

Vier anarchisten zien de tijd gekomen hun eerste CD op te nemen. Als locatie voor dit gebeuren hebben zij het hoger instituut voor dans en danspedagogie, kort HIDD, gekozen. Op het eerste gezicht misschien een vreemde keuze, maar aangezien de zomervakantie volop aan de gang is, is deze plek een oase van rust. In de verste verte geen danser of danspedagoog te bekennen. Alleen een groot schoolcomplex, blakend in de hitte van de zon. Als opnameruimte hadden we een balletzaal, u weet wel: effen plastieken vloer, grote spiegels, ter beschikking gekregen. Aldaar hadden we, samen met onze co-producer en opnameman Jo Francken ,het materiaal voor de opnamen opgesteld. Onze keuze was om live op te nemen, d.w.z. dat de nummers met alle muzikanten tegelijk gespeeld en opgenomen zouden worden. Deze keuze teneinde de nummers een levendig en dynamisch karakter te geven. Voor slechts drie dagen hadden wij het opnamemateriaal gehuurd.

Wij konden de CD in zo’n korte periode opnemen omdat wij al jaren (om precies te zijn drie jaar) ons repertoire aan het klaarstomen waren en al talrijke concerten gespeeld hadden. Het was dus alleen een kwestie van een goede uitvoering te hebben. Geen gepruts en getob wat nummers nog nodig zouden hebben: ze waren immers allen af. Blijgemoed hadden we gedurende de eerste dag alles opgesteld en proefopnames van de verschillende instrumenten gemaakt om een mooie klank te bekomen.

Na een maaltijd van hertenragout, doorgespoeld met een fles Chateau Mouton-Rohtschild legden wij ons te slapen in de voornoemde balletzaal waar ieder van ons zijn slaapgelegenheid geinstalleerd had.Als vanouds had ik moeite om in slaap te vallen. Na een uurtje koekeloeren hoorde ik plotseling een felle regenbui, althans dat dacht ik. Want de regenbui was slechts aan een kant van de zaal te horen (aan weerskanten van de zaal bevonden zich grote ramen). Aangezien ik in die tijd nog niet met psychotrope middelen experimenteerde, realiseerde ik mij ogenblikkelijk dat dit helemaal geen regenbui kon zijn (of een extreem lokale hetgeen ik niet aanneembaar achtte).Halfluid riep ik de zaal in: “Is er nog iemand wakker?”. En ja, onze accordeonist, Roel, had het vreemde fenomeen ook opgemerkt. Onze oren gespitst, in staat van uiterste concentratie, volgden wij het geluid en belandden zo in een ruimte waar de gigantische boiler voor het gebouw stond. Wie kan onze consternatie beschrijven toen wij zagen dat er een keiharde waterstraal met een diameter van 30 cm uit de tank schoot en aldus zich reeds een weg door het plafond aan het banen was! Water alom!

Werkelijk heel het gebouw dreigde onder water te lopen, en aangezien wij niet wisten waar de hoofdkraan voor ‘t water zich bevond, wij de brandweer gebeld. Het moet gezegd: ze waren er snel, zeer snel, en nog sneller hadden zij de kraan gevonden, dichtgedraaid en weg waren ze weer, op pad om ander onheil te bestrijden. Verder geen erg, denkt u. Ware het niet dat reeds een deel van het gebouw onder water stond en wij, jongens met verantwoordelijkheidsgevoel, nog uren in de weer waren met emmers en dweilen, zodat tegen het ochtendgloren alle sporen van deze natte ramp uitgewist (sic) waren. Daardoor sliepen wij tot een eind in de dag met als gevolg dat ons toch al krappe tijdschema nog wat nauwere schoentjes aangemeten kreeg. Maar zoals gezegd, goed voorbereid, dat waren wij; en alsmede dankzij de voortreffelijke en sterkende uiensoep die een onzer ouders ons had meegegeven, vonden wij de mentale en fysieke kracht om onze muzikale taak tot een goed einde te brengen.

Proost!

Leave a Reply